In Dam Op praat Wiebe Klijnstra zaterdag met roegkoppen, want zo worden de inwoners van Garsthuizen genoemd. Maar dat valt erg mee, sterker, het blijken erg vriendelijke en zeer gastvrije Groningers te zijn. De uitdrukking verwijst naar de vele knotwilgen in het dorp, die het een heel karakteristieke uitstraling geven.
Wiebe waagt zich samen met Janny van Ess aan kantklossen en neemt een kijkje in het drukbezochte dorpshuis en het markante kerkje dat, ondanks verschillende reddingspogingen, binnenkort tot verdriet van de Garsthuizers wordt gesloopt. En hij kijkt op zolder bij treinenverzamelaar Mais Janne. Vijftig modellocomotieven heeft ie en zn minispoorbaan telt evenzovele wissels.
